Escape encryptie en decryptie verwijzen over het algemeen naar het proces van het coderen van speciale tekens in een veilige, escape-indeling (vaak met backslashes of procentcodering), zodat de tekst veilig kan worden opgeslagen, verzonden of geïnterpreteerd.
Technisch gezien is dit geen echte encryptie — het is escaping: ervoor zorgen dat speciale tekens worden behandeld als letterlijke tekst in plaats van als controle-instructies.
Fouten voorkomen: Bescherm speciale tekens (zoals aanhalingstekens, slashes of ampersands) tegen verkeerde interpretatie door parsers, compilers of browsers.
Verbeter de beveiliging: Escape invoer om injectieaanvallen (bijv. SQL-injectie, Cross-site Scripting (XSS)) te voorkomen.
Gegevensintegriteit: Zorg ervoor dat speciale tekens ongewijzigd worden verzonden of opgeslagen.
Veiligheid van de opmaak: Zorg ervoor dat gegevens veilig door verschillende systemen (zoals HTML, JavaScript, URL's en databases) kunnen worden verzonden.
Gebruik ingebouwde functies of bibliotheken om strings te escapen en unescapen (bijv. escape() en unescape() in JavaScript, htmlspecialchars() in PHP).
Identificeer tekens die het doelsysteem kunnen verstoren en vervang ze door hun veilige escape-versies (bijv. " wordt \", < wordt <).
Decodeer (unescaped) de geëscapete gegevens bij ontvangst terug naar de oorspronkelijke leesbare vorm wanneer dit veilig is.
Bij het verwerken van gebruikersinvoer die wordt ingevoegd in HTML, JavaScript, SQL of URL's.
Bij het verzenden van gegevens via protocollen die geen onbewerkte speciale tekens ondersteunen (bijv. HTTP, JSON).
Bij het opslaan van tekst in databases waar speciale symbolen de opmaak of query's zouden kunnen verstoren.
Bij het bouwen van API's, webformulieren of bestandsexporten waar escapen de betekenis en structuur van de gegevens behoudt.